Op zijn zondags
Het durft wel eens te gebeuren dat je op een bedauwde zondagmorgen, hartje juni tijdens je beslommeringen wordt opgeschrikt door de deurbel en dat je, enigszins onaangenaam verrast, de deur opent voor twee eentonige heerschappen die al hoopvol op je voortuin staan te wachten om je leven te redden. Gewoonlijk worden dit soort figuren met onmiddellijke afkeer wandelen gestuurd. Een no-nonsens-aanpak die deze gehele buurt kenmerkt, om niet te hoeven zeggen dat het gros van deze hele stad er meningen op nahoudt die voor geen meter stroken met het naïeve karakter dat deze twee heerschappen uitdragen; als ze hier al niet riskeren een lap tegen hun kaaksbeen te krijgen. Immers; God is geen altruïstische kwestie in de ogen van deze twee angsthazen; zoveel zal zo dadelijk blijken. Maar ik loop vooruit op de zaak, waardoor ik al iets te veel informatie dreig vrij te geven, waardoor het vermoeden rijst dat het hier om twee Jehova's getuigen gaat. Ziezo; dit weten we dan.
'Dag meneer'!