wij zijn niet anders
dan de wilde meeuwen
die vechten en krijsen
en vechten sinds eeuwen
al dalend en stijgend
en niets begrijpend
van de aarde niet
en niet van de hemel
Sim Van der Auwera
Er bestaan drie soorten van houtbewerking zei mijn docent Daan Pleumeekers, altijd. Je hebt de beeldhouwers (de dichters) de meubelmakers (de schrijvers van romans en novelles) en de bekisters (de scriptschrijvers en scenaristen).
Nu wil het toeval dat mijn familie langs vaders kant sinds generaties sterk in de houtnijverheid was vertegenwoordigd. Het begon bij houthakkers in Bolsward (Friesland) dan houtzagerijen die onderdelen voor sluizen maakten, meubelmakers, een beeldhouwer, een decorbouwer, standenbouwer en schrijnwerker en zelf maakte ik de cirkel rond als bosarbeider waardoor ik deze redenering goed kan volgen. Een dichter gaat vergezeld van het beeld dat hij voor zich heeft maar hij moet er wel de juiste vorm aan kunnen geven waardoor het niet omvalt. Mijn oma, Sim Van der Auwera die zelf literator en dichteres was liet me weten dat een gedicht schrijven zo moeilijk is als een huis bouwen. Het is een soort van architectuur van de taal. Dat een schrijver zoals een meubelmaker er moet op letten dat zijn structuur niet instort is een kwestie van pen en gat-verbindingen. Hoe blijft mijn draagvlak overeind. Hoe behoud ik mijn structuur zonder dat die bij het volgende hoofdstuk alweer inzakt. Dat de scenarist of scriptschrijver de bekister is en het beton de interpretatie van de acteur. Leg de bekisting of het script weg en het wordt weer papier.