Beleefdheidsvernis
Iedereen heeft er al wel eens mee te maken gehad. Je hebt zo van die mensen. Mensen die er wonderwel in slagen om met hun verveelde frustratie van alledag – als die al geen weken, maanden of jaren aansleept – vervelende of zelfs rottige opmerkingen te maken, waar je een hekel aan hebt omdat je er in het eerste opzicht niet mee aan de slag kunt. Elkeen heeft wellicht zo iemand in zijn of haar buurt wonen. Soms is het een huisbaas, soms een vervelende passant of iemand op de bus die onder de vermomming van beleefdheid vindt dat jouw vriendin haar boterham niet mag opeten omdat hij niet weet dat ze zwanger is. Vaak begint dat dan met zoiets als: 'Smakelijk mevrouw... U weet toch dat u op de bus kunt beboet worden voor het eten van boterhammen... Kijk. Toe maar! Nog een hapje. Kijk eens aan.' Dat soort mensen die dergelijke opmerkingen aan je adres maken klinken vaak nasaal en arrogant. Ze komen vaak zelfzeker en recht door zee voor de dag. In het begin voel je je dan ook vaak beledigd of uit het lood geslagen en kom je pas later op een goed geformuleerd antwoord als ze het hoekje al zijn omgewandeld. In het slechtste geval wordt je boos en halen zij hun slag thuis. Of erger: je neemt het mee naar je slaapkamer en kunt de slaap niet meer vatten omdat je begint te tobben over wat je hen in het gezicht had willen smijten want je kon niet meteen op een goed antwoord komen.
Nu woont er zo een arrogante dame van een jaar of vijftig in mijn buurt die haar grijze haar kort draagt. Op het eerste zicht is ze niet meteen opvallend. Gekleed in een groene regenjas met een dichtgesnoerde kraag en immer stappend op Birkenstocks waar ze Noorse wintersokken in draagt, wil ze zichzelf doen gelden. Niets bijzonder zou je zeggen. Iemand die van wandelen houdt behalve dan dat ze dat gortdroge maar vervelende vermoeden in je wakker maakt omdat ze alles wil gezien hebben met alweer diezelfde kenmerkende opmerkingsgave die ik aan typische gecamoufleerde bemoeiziekte moet toeschrijven. Haar houding verraadt al meteen haar manier van doen. Ze is fysiek kort van stuk en haar blik staat op kritische eentonigheid. En toch lijkt ze dubbel gelaagd. Ik passeer haar huis als ik de kinderen naar school breng. En ook als ik ze afhaal heeft ze zo haar momenten om vanuit de hoogte te doen waar ik vind dat ze zichzelf dat eigenlijk niet kan permitteren. Dergelijke figuren hebben van nature een negatieve instelling dacht ik altijd. Vaak passen ze een vorm van vernedering toe waar je niets verkeerd van kan zeggen vanwege die beleefde vernislaag die ze over hun opmerkingen weten te forceren. Dergelijk gedrag is aanstootgevend omdat het nooit zal gebeuren zonder publiek erbij. Ze hebben vaak andere omstaanders nodig om zich van hun genot te kunnen bedienen om je te kleineren. Immers hoe meer omstaanders hoe grootster de overwinning. Lange tijd had ik last van haar. Toen mijn bakfiets regen had gevat en zijn bodem zo een beetje was volgelopen liet ze me in het bijzijn van mijn eigen dochtertje en zoontje weten dat 'De papa' er zeer binnenkort al een zwembad van kon maken of misschien wel een aquarium om visjes in te laten zwemmen die hij dan in de viswinkel zou kunnen kopen als hij daar de centjes voorover had.
Eigenlijk hebben dit soort van mensen een repliek nodig die even beleefd geformuleerd is als die van henzelf. Bijvoorbeeld als je haar bij de bakker gebakjes ziet bestellen met veel slagroom, chocolade en marsepein. Misschien iets in de aard van:
'Nee maar mevrouw. Dat we elkaar weer op deze wijze treffen. Zoveel calorietjes... Was het daarom dat u mijn aandacht zo nodig had laatst? U moet me wel heel aantrekkelijk gevonden hebben dat u zoveel beleefdheidsvernis over uw opmerkingen doet. Maar dank u om me nu wat inzage te bieden in uw problematiek. U lijkt me wel heel seksueel gefrustreerd als ik zie wat u uit het schap kiest. Nu begrijp ik waarom u altijd zo vervelend uit de hoek kwam. Het spijt me echter wel dat ik u niet kan verder helpen. Fijne dag nog?' En vervolgens: 'Voor mij een speltbrood graag.'