ik kan het niet verdragen
het licht niet en de dagen
waaruit het elixir van pijn
zichzelf een weg naar buiten zingt
de boom der zeven plagen
waaruit het kruishout werd gemaakt
dat naar het stof der aarde smaakt
en dat in mij 't verdriet verdringt
daar staat hij vrij van tijd
in de ruimte gevangen
als alles in niets tegelijk
zo zie ik van zijn dagen
zijn oude hoofd dat hem ontslaat
onuitstaanbaar langzaam aan
maar al door de goden gedragen
is zijn ziel beladen
als een gouden lantaarn
waarin de godsvonk leeft
als een verre ster
die traag maar zeker begeeft