Bulgaarse gezangen – voor wereldvrouwendag
maak van alle wereldleed
het voorhoofd van een vrouw die zingt
en draag het landschap met haar mee
dat uit haar mooie longen klinkt
voel de geest van de oostenwind
ruik de rozen op het veld
proef haar liefdevolle geweld
in elke vezel van uw huid
hoor haar met uw oren aan
totdat haar eerlijke geluid
in het haar van uw armen klimt
een jonge vrouw die zingt
tempert elke hartenkreet
alsof je voor het eerst de zee
in milde mijmering verzint
breed voor alles uit
haar stem lijkt wel gemaakt van raat
waarin de werksters bezig waren
honing te vergaren
er bestaat geen mooier land
dan dat van die vrouw die zingt
in toonladders van fijn verstand
omdat zij daar de sterren vindt
waarmee zij zich omringt
die nooit zijn te bereiken
het raakvlak van haar adem reikt
tot ver boven de kruinen
haar schedel is de zachte maan
waarin de hemel resoneert
met Sirius in maagd
haar lied snijdt Andromeda
en door alle dna
een vrouw bezingt de zigurat
de opwaartse spiraal
zij is de strengen en het weefsel
het genetische materiaal
waarin Aphrodite
voor liefde en verlangen staat
reliekschrijnen lang klinkt haar gezang
naar maanstanden die bewegen
tussen vrouw en engel in
staat zij daar en zingt
haar kaaklijn drukt de hunkering uit
en Venus' litanie
haar lippen zijn van bloedrobijn
die spannen zich als Amors' bogen
om zinnen die ik steeds verlies
maar die ik wel van haar moet geloven
wanneer zij zingt