als gij de gebarsten maan zijt
sta me dan toe u weer te lijmen
ik heb een toverlijm gemaakt
die glinstert in de nacht
gemaakt van zomernevel
's avonds pluk ik hem van de velden
en bewaar ik hem
in het warme gras van mijn hart
ik blaas zijn koelte door uw voegen
ik zalf u met mijn dauw
en langs uw twee vermoeide oren
adem ik de warmte vanonder de bomen
laat me de stukken lijmen
zo goed zo kwaad ik kan
want zonder uw licht lieve maan
kan er niets bestaan