de toon is van de maan gemaakt
het woord van de suikeren sterren
klinkt in het verhemelte
dat van nabij en van ver
het orgelpunt in een zenit aanvinkt
wij verblijven in de wijn
van zilveren maneschijn in een regenplas
die in onze vensters kaatst
die door onze gewetens
de juiste versmaat aanslaat
een oud verhaal
dat uit jonge longen welt
van nieuwe Kielse barden
laat de helden zingen
in hun warmste wijk gevangen
over lief en leven
over het verlangen
over het zijn van pijn
de dingen die ons aanbelangen
laat het land aan de rand van de stad
Kaukasisch Afrikaans Maghrebijns
als een ruwe diamant
niet langer Stoïcijns terzijde
maar laat het
in al zijn schitteringen uitharden
laat stembanden uit alle landen
een duidelijke reden
om een ballade te smeden
van vrede