Voor Simon Keersmaekers
er waait een sneeuw doorheen die tuin
waar tomben van verweerd arduin
in koude aarde staan geplant
wij kwamen met versteende vingers
in verzonken mouwen aan
met elk een rode roos
in elke witte hand
wandelden wij 't oponthoud
van weifelend en droef verstand
tot in elke voet
ging uw geest doorheen die tuin
wit als sneeuw
rood als bloed
zwart als ebbenhout
met zwarte kleren aangedaan
legden wij de rozen neer
op uw schild van eikenhout
wij brachten onze laatste groet
wit als sneeuw
rood als bloed
zwart als ebbenhout