er leeft een langzaam zaad in hem
dat de zwarte aarde eet
uit een diepliggend bestaan
dat dieper gaat dan hem
waar kiemt de wortel van dit kwaad
uit welke weke bolsters
van wat voor duister gewas
dat niemand hier nog vindt
krast het lemmet in welke bast
en met welke kracht
doorklieft men het spint
ondervindt men zijn wraak?
die kerel die daar met zijn blik
de wereld lijkt te haten
zijn ogen lijken wel zwaarden
want met fonkelende meeldraden
zijn zijn irissen ingezaaid
en zijn pupillen blinken
als speerpunten die krimpen
tot het duistere hout
dat zich tussen brons en goud
ophoudt onder zijn schedel
als de bijl kon weten
de bijl die van maansteen is gemaakt
diegene die het woud
tot spaanders heeft verkapt
als die misschien nog kan weten
hoe de vloek werd ingefluisterd
volgens de wraak van de saga
nog voor zijn rijk werd omgehakt?
zou zij dan vertellen
dat hij niet rusten zou vooraleer
de laatste wurgpaal hem tot eer strekte
met onze vege lijven ertegen
gegeseld of voorgoed gehavend
met onze gebroken lichamen
in zijn eikenhout genageld?
kon zij misschien nog weten
dat men niet met bomen lacht
zonder te worden gehalsrecht
zonder te worden geslacht?
door de wolven van weleer
die men nu minacht?