in het licht van de vroege dagen
waar verhalen ontwaken
uit het permafrost van winters
waarin pannenkoeken smaken
naar slaagkansen in februari
waar de dooi de nacht uitdaagt
hem korter van stuk te maken
daar verschijnt uw gedaante
verticaal doorheen de kring
als een berk die vroeg begint
zich met de wind te vermaken
u komt mij voor als jonge dauw
die fris de eerste halmen groet
als trilgras in de morgenwind
en meer van wat er is
uw zorgen lijken van gras gemaakt
en van het maartse viooltje
er zijn de dagen rondom u
die spelenderwijs verdragen
de kinderen die hier en nu
hun kampementen maken
de bron van helder water
kijkt een donkere wereld aan
waardoor die wordt verijdeld
en in zichzelf de twijfel zaait
die omslaat naar verbazing
er is met u het licht
dat zich door de ramen streelt
als blije voorjaarsdagen